Productenraming 2019 - 2022

Programma 5 Onderwijs en Jeugd

Competentieontwikkeling

Wat willen we bereiken?

Voor het programma Onderwijs en Jeugd is de  volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Deze strategische doelstelling is voor het collegeproduct  ‘competentieontwikkeling’ vertaald naar een concretere tactische doelstelling: 'het faciliteren van de persoonlijke ontwikkeling van onze inwoners'.

Het is ons streven om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk, liefst alle,  jongeren uit Venlo het onderwijs verlaten en de arbeidsmarkt betreden met minimaal een startkwalificatie. Voor sommige jongeren is een startkwalificatie niet haalbaar. Voor deze jongeren moeten wij ervoor zorgen dat zij zo gekwalificeerd mogelijk richting (passende) arbeid gaan. Om dit mogelijk te maken, moeten zo vroeg mogelijk eventuele belemmeringen daarvoor worden gesignaleerd en aangepakt. Een zeer belangrijk onderwerp daarbij is de taalverwerving van (jonge) kinderen.

De ontwikkeling van de resultaten op de geformuleerde tactische doelstelling wordt gevolgd met de volgende indicatoren:

Indicator

JR 2017

2019

2020

2021

2022

Aandeel 20-29 jarigen met minimaal afgeronde opleiding op HAVO/VWO/MBO niveau

89,10

Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling. waar is de ambitie?

Indicator

JR 2017

2019

2020

2021

2022

Bereik VVE-voorziening voor doelgroep (kinderen met VVE-indicatie)

90,00

90,00

90,00

Het streven is dat 90% van de VVE-doelgroep ook daadwerkelijk een VVE- locatie (peuterspeelzaal of kinderdag verblijf) bezoekt voor 10 uur per week.

Indicator

JR 2017

2019

2020

2021

2022

Schaalscore van de inwoners voor de mate waarin men de afgelopen 12 maanden actief is geweest mbt het volgen van nieuws/documentaires en het lezen van de krant of informatieve boeken of artikelen in andere media (permanente ontwikkeling)

6,90

Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling. waar is de ambitie?

Wat gaan we daarvoor doen?

Het faciliteren van de persoonlijke ontwikkeling van onze inwoners
Het is ons streven om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk, liefst alle, jongeren uit Venlo het onderwijs verlaten en de arbeidsmarkt betreden met minimaal een startkwalificatie. Voor sommige jongeren is een startkwalificatie niet haalbaar. Voor deze jongeren moeten wij ervoor zorgen dat zij zo gekwalificeerd mogelijk richting (passende) arbeid gaan. Om dit mogelijk te maken, moeten zo vroeg mogelijk eventuele belemmeringen daarvoor worden gesignaleerd en aangepakt. Een zeer belangrijk onderwerp daarbij is de taalverwerving van (jonge) kinderen.

Peuteropvang
Gemeenten en rijk spannen zich vanaf 2016 extra in om het aantal peuters dat de peuteropvang bezoekt, te laten toenemen. Het bezoeken van de peuteropvang bevordert immers een goede  startpositie van kinderen in het basisonderwijs.  Om het bereik te vergroten, ontvangen gemeenten voor de periode 2016-2021 extra middelen. Hiervoor moeten wij voor peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, het bezoeken van  peuteropvang mogelijk maken.

Op dit moment werken we aan een nieuw subsidiestelsel voor peuteropvang dat is gebaseerd op een  kind-gebonden financiering. Met deze nieuwe vorm van subsidie streven we naar een betere afstemming tussen vraag en aanbod, een verdere verhoging van het kwaliteitsniveau van de instellingen en een intensievere samenwerking tussen peuteropvang en basisonderwijs.

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Kinderen met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand krijgen extra begeleiding in de vorm van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) op een VVE-gecertificeerde locatie voor peuteropvang. Deze extra begeleiding wordt ook in groep 1 en 2 van het primair onderwijs  aangeboden. Binnen de peuteropvang spreken we van voorschoolse educatie en in het basisonderwijs van vroegschoolse educatie.

In 2018 wordt het traject beëindigd waarbij een aantal kinderdagverblijven op eigen verzoek  gecertificeerd wordt voor VVE. Hiervoor zetten we middelen uit het Gemeentelijk Onderwijs Achterstanden Beleid in (GOAB).  Inmiddels zijn er buiten de locaties van Spring Kinderopvang 4 andere kinderopvangorganisaties die op 6 locaties VVE aanbieden. De verwachting is dat er in 2018 nog een uitbreiding met 3 kinderopvangorganisaties wordt gerealiseerd. Ook hier speelt het nieuwe subsidiestelsel voor voorschoolse educatie dat is gebaseerd op kind-gebonden financiering.

VVE vormt samen met de zogenoemde schakelklassen in het primair onderwijs de uitvoering van het GOAB in Venlo. Met ingang van 1 januari 2019  start een nieuwe periode GOAB met een nieuwe verdeelsystematiek voor de middelen voor gemeenten en scholen. Voor de verdeling van de middelen  wordt gebruik gemaakt van een nieuwe indicator die door het CBS is ontwikkeld. Voor eventuele herverdeeleffecten komt er een overgangsregeling van 3 jaar zodat gemeenten en scholen tijd krijgen om hun bedrijfsvoering en beleid aan te passen aan het nieuwe budget. De definitieve bedragen voor de komende 3 jaar worden in de tweede helft van 2018 bekend gemaakt. Samen met de kinderopvangorganisaties en scholen wordt dan de herijking van het bestaande beleid opgepakt.

Passend onderwijs
Met de uitvoering van de Wet passend onderwijs wordt beoogd dat leerlingen onderwijs kunnen volgen in een zoveel als mogelijk thuis-nabije omgeving. Zo worden ze het beste voorbereid op een vervolgopleiding en kunnen ze meedoen in de samenleving. Indien het voor hen noodzakelijk is, kunnen kinderen naar een voorziening voor Speciaal Onderwijs of Speciaal Voortgezet Onderwijs. De effecten van passend onderwijs zullen uiteindelijk zichtbaar moeten worden in de maatschappelijke resultaten:

  • Meer jongeren behalen een startkwalificatie;
  • Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen naar vermogen uit (passende) arbeid;
  • Meer jongeren participeren actief in de samenleving.

Deze effecten kunnen alleen worden bereikt als gemeente, onderwijs en ouders/verzorgers samen investeren in een sluitend systeem voor passende ondersteuning voor jeugdigen. Hiervoor hebben het Voortgezet Speciaal Onderwijs/Praktijkonderwijs, UWV en gemeente Venlo afspraken gemaakt om jongeren zo veel als mogelijk vanuit school richting arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen te brengen.

Investeren in deze aanpak kan toekomstige problemen bij jeugdigen en daarmee aanzienlijke kosten helpen voorkomen.  De gemeente Venlo en onderwijs(bestuurders) voeren overleg over de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg.  De Jeugdwet en de Wet op het passend onderwijs stellen het OOGO  binnen een regio verplicht als overleg tussen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeentebestuurders.
Wij zullen ons nadrukkelijker inzetten voor een effectievere en efficiëntere verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg  en wij streven ernaar om deze afspraken vast te leggen in het zogenoemde ondersteuningsplan. Een plan waarin het onderwijs aangeeft welke ondersteuning het kan bieden aan  jeugdigen die zijn aangewezen op passend onderwijs. In het ideale geval bestaan er dus accentverschillen tussen scholen waardoor jeugdigen altijd de mogelijkheid wordt geboden in een thuisnabije omgeving passend onderwijs te volgen. Ook zullen wij werken aan een Samenwerkingsagenda tussen onderwijs en jeugdzorg waarop specifieke thema’s worden geagendeerd om de samenwerking te versterken.

Schakelklassen
In het kader van het GOAB krijgen kinderen met een grote taal- en/of ontwikkelingsachterstand gedurende een jaar intensief begeleiding in een schakelklas. Als gevolg van een verhoogde instroom van statushouders en  een toename van kinderen uit gezinnen van arbeidsmigranten was het in 2018 noodzakelijk om een tweetal extra schakelklassen op te starten.

Het is moeilijk een realistische planning voor de komende jaren te maken voor het aantal schakelklassen. De feitelijke instroom van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van deze voorziening, alsmede de wijk waarin de gezinnen van deze jeugdigen zijn of worden gehuisvest, zijn bepalend voor de locatie van een  schakelklas (aan welke basisschool deze moet worden ‘aangehaakt’).

Voorkomen voortijdig schoolverlaten (VSV)
Venlo is voor de VSV-aanpak contactgemeente voor RMC-regio 38 (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Noord- en Midden-Limburg). Deze regio scoort met een percentage voortijdig schoolverlaters van 1.53 beter dan het landelijke gemiddelde van 1.8 (schooljaar 2016-2017). De gemeente Venlo scoort met een percentage van 2.01  echter slechter dan het landelijk gemiddelde. Andere Limburgse steden scoren nog beduidend slechter dan Venlo: Maastricht (3.07), Heerlen (3.01) en Sittard (2.22).

Hoewel het aandeel voortijdig schoolverlaters in onze gemeente boven het landelijk gemiddelde ligt, is het aantal voortijdig schoolverlaters in de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. De kern van onze aanpak is de intensieve samenwerking tussen onderwijsbesturen, scholen en gemeenten door leerplicht- en RMC-consulenten. Deze samenwerking vindt zowel op lokaal als regionaal niveau plaats. Wij zullen deze aanpak in de komende periode voortzetten en zo mogelijk uitbouwen. Hierbij willen wij de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren. Ook zullen wij in overleg treden met schoolbesturen en het samenwerkingsverband Passend Onderwijs om de mogelijkheden te onderzoeken van het combineren van geldstromen om hiermee in te zetten op ondersteuning van jongeren om hun kansen op (passende) arbeid te vergroten.

Er ligt een extra opgave vanuit het ministerie van OCW. Als landelijke doelstelling voor de periode 2017-2020 is geformuleerd dat er maximaal 20.000 jongeren het onderwijs voortijdig mogen verlaten. Dit is een verscherping van de doelstelling met 5.000 voortijdig schoolverlaters. Het ministerie wil ook de regionale samenwerking tussen het onderwijs en het arbeids- en zorgdomein versterken. Het gaat bijvoorbeeld om het versterken van de verbinding tussen jeugd(zorg),  arbeidsmarkt en RMC-coördinatie. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van de aangescherpte doelstelling  en het versterken van de regionale samenwerking is belegd bij de contactgemeenten van de RMC-regio’s. Venlo dus.

Duitse taal en cultuur
Wij blijven ons nadrukkelijk inzetten  om scholen ertoe te bewegen om onderwijs van de Duitse taal en cultuur  aan te bieden. Hierbij sluiten we waar mogelijk aan bij landelijke en provinciale programma’s en maken wij gebruik van Europese subsidiemogelijkheden.

Wat mag het kosten?

Bedragen x 1.000

Collegeproduct

Baten / Lasten

2019

2020

2021

2022

Competentie ontwikkeling

Baten

3.559

3.559

2.964

2.964

Lasten

4.179

4.239

3.645

3.645

Totaal Competentie ontwikkeling

-621

-680

-680

-680

Lasten, baten en saldo

Bedragen x € 1.000

Lasten

€ 4.179

25,5 %

Baten

€ 3.559

76,1 %