Productenraming 2019 - 2022

Programma 5 Onderwijs en Jeugd

Adequate leeromgeving

Wat willen we bereiken?

Voor het programma Onderwijs en Jeugd is de  volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Deze strategische doelstelling is voor het collegeproduct  ‘adequate leeromgeving’ vertaald naar een concretere tactische doelstelling:  ‘het behouden en waar nodig versterken van een adequate leeromgeving’.

De ontwikkeling van de resultaten op deze tactische doelstelling wordt gevolgd met de volgende indicator: Actueel Integraal HuisvestingsPlan.

Indicator

JR 2017

2019

2020

2021

2022

Actueel Integraal HuisvestingsPlan (jaarlijkse herijking)

1,00

1,00

1,00

De waarde van 1,00 voor deze indicator betekent dat er in 2017 een integraal huisvestingsplan is opgesteld. Dit plan wordt in 2019 geactualiseerd.

Wat gaan we daarvoor doen?

Het behouden en waar nodig versterken van een adequate leeromgeving
Een leeromgeving is het totaal aan objecten dat rondom de leerling wordt georganiseerd. De gemeente heeft in dit kader wettelijke taken en verantwoordelijkheden.

Huisvesting
Vanaf 2015 is onze verantwoordelijkheid op het gebied van onderwijshuisvesting gewijzigd. Voor het primair onderwijs hebben wij een huisvestingsplicht, beperkt tot:

  • Nieuwbouw;
  • Uitbreiding;
  • Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair;
  • Herstel/vervanging van schade ingeval van bijzondere omstandigheden.

Onderwijsbesturen zijn verantwoordelijk voor de exploitatie en het binnen- en buitenonderhoud van schoolgebouwen.

De gewijzigde verantwoordelijkheid dient behalve in de onderwijswetgeving ook tot uitdrukking te komen in een aanpassing van de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Venlo 2010’. Zodra het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO - een periodiek overleg tussen gemeenten en schoolbesturen over strategische onderwerpen) met de schoolbesturen voor primair onderwijs over dit onderwerp is afgerond en er volledige overeenstemming is over de inhoud van de zogenoemde budgetovereenkomsten (zie hierna), zullen wij de nieuwe verordening aan de raad ter vaststelling voorleggen. Hierbij zullen wij ook de financiële consequenties in beeld brengen.

Het voortgezet onderwijs krijgt de komende jaren te maken met een krimp van leerlingenaantallen. Hoewel de gemeente de huisvesting en de middelen naar het voortgezet onderwijs heeft door-gedecentraliseerd, worden deze ontwikkeling en de consequenties daarvan nauwlettend gevolgd.

De uitvoering van de Wet passend onderwijs moet ertoe leiden dat meer leerlingen passend 'thuis nabij' onderwijs gaan volgen. De daadwerkelijke effecten van passend onderwijs moeten echter de komende jaren zichtbaar worden en zijn ook van invloed op het integrale onderwijshuisvestingsplan.

Onderwijshuisvestingsplan en budgetovereenkomst
De gezamenlijke schoolbesturen voor primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs hebben een strategisch onderwijshuisvestingsplan opgesteld. In dit plan is voor de lange termijn de spreiding en de vernieuwing en verduurzaming van de onderwijslocaties opgenomen. Het plan kan worden gerealiseerd door de verantwoordelijkheden van gemeente en schoolbesturen te synchroniseren en de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten. Het betreft hier investeringen door de gemeente vanuit haar wettelijke zorgplicht voor adequate huisvesting en middelen van scholen voor het onderhoud en de exploitatie. Bij het realiseren van het plan prevaleert levensduur-verlengende renovatie boven nieuwbouw.

In de afgelopen periode is intensief overleg gevoerd tussen de gemeente en de schoolbesturen om te komen tot meerjarige bindende afspraken. Nu is het van belang om deze afspraken vast te leggen in een  zogenaamde ‘budgetovereenkomst’. Dit is feitelijk een doorlopende overeenkomst tussen de gemeente en de schoolbesturen om geplande investeringen in onderwijshuisvesting te plegen. Kortweg een investeringsschema.

Voor de korte termijn wordt gewerkt aan een voortschrijdend investeringsschema met een horizon van 4 jaar dat tweejaarlijks wordt verlengd in een OOGO. De gemeenteraad behoudt te allen tijde  het budgetrecht voor de geplande investeringen in de vaststelling van de programmabegroting. Nadat de budgetovereenkomst is vastgesteld, zal voordat een huisvestingsproject start  een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en het betreffende schoolbestuur worden gesloten.
Bewegingsonderwijs
Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een specifiek onderdeel van onze verantwoordelijkheid op het  gebied van onderwijshuisvesting. Met deze verantwoordelijkheid wordt een belangrijk deel van de sportinfrastructuur (mede) bekostigd. Hier ligt een relatie met Programma 7 Sport- en Cultuurbevordering. Het is een belangrijke verbinding tussen sport-, onderwijs- en (preventief) jeugdbeleid. Door de inzet van sportconsulenten streven wij ernaar dat vanaf 2018 alle basisscholen een beweegvriendelijk schoolplein hebben. Op deze manier komen kinderen gemakkelijk in aanraking met bewegen en dit draagt eraan bij dat kinderen een gezonde leefstijl kunnen ontwikkelen (voorkomen van overgewicht, Jongeren Op Gezond Gewicht).

Bewegen op school wordt verder in een bredere context geplaatst. Bijvoorbeeld in de context van de weerbaarheid van jeugdigen, de overgang van primair - naar voortgezet onderwijs en het voorkomen van pestgedrag. De sportconsulent speelt hierin een belangrijke rol door de ondersteuning van groepsleerkrachten en het verzorgen van weerbaarheidstrainingen aan leerlingen met weinig zelfvertrouwen.

Leerlingenvervoer
De Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra maken gemeenten verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van vervoer voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Dit is verankerd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo.

Bij de wijziging van de Verordening leerlingenvervoer (2017) heeft het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren centraal gestaan. Dit uitgangspunt zal ook in de komende jaren centraal staan en samen met ouders/verzorgers, regiogemeenten en de betrokken scholen zal aan het bevorderen van de zelfredzaamheid van leerlingen worden gewerkt.

Bij de totstandkoming van de Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz is vastgelegd dat op termijn de vervoerstaken op het gebied van het leerlingenvervoer van de deelnemende gemeenten overgaan naar Omnibuzz.

Wat mag het kosten?

Bedragen x 1.000

Collegeproduct

Baten / Lasten

2019

2020

2021

2022

Adequate leeromgeving

Baten

134

132

181

181

Lasten

11.050

11.473

11.430

11.301

Totaal Adequate leeromgeving

-10.916

-11.341

-11.249

-11.119

Lasten, baten en saldo

Bedragen x € 1.000

Lasten

€ 11.050

67,5 %

Baten

€ 134

2,9 %